Rasbeschrijving
Herkomst
De Podengo Português is een hondenras dat afkomstig is uit Portugal. Deze jager wordt geclassificeerd als windhond en bestaat uit drie formaten. Een volwassen dier wordt tussen de 20 en de 70 centimeter hoog. De grotere honden worden gebruikt voor de jacht en de kleinere als gezinshond. Alle drie de formaten kennen een kortharige (pêlo liso) en ruwharige variant (pêlo cerdoso). De Podengo Português behoren tot de rasgroep van de Primitieve Jachthonden. Ze worden echter ook als waakhond gebruikt. Afgezien van de schofthoogte is de rasbeschrijving vrijwel identiek.
De gladharige Podengo Português komt in Portugal voor sinds de vijfde eeuw, maar het ruwharige type is pas in de twintigste eeuw ontstaan door een kruising. Podengo’s werden gebruikt voor de jacht op wild. Het kleine type honden jaagden op konijnen en de middelgrote en grotere honden werden gebruikt voor de jacht op herten en everzwijnen. Op Portugese schepen werden de kleine honden ingezet als rattenvanger.
Schofthoogte
33 tot 60 centimeter
Vacht
Afhankelijk van het type Podengo Português zijn er twee vachtvariëteiten: Glad of ruwharige. De gladde vacht is van gemiddelde lengte en heeft een harde textuur. De ruwhaar is langer in lengte, grof van structuur. Deze twee soorten vachten vragen vrij weinig onderhoud maar moeten regelmatig gekamd worden om dode haren te verwijderen en tevens in goede conditie te houden. Het is aan te raden deze honden niet meer dan vier keer per jaar te wassen. Veelvuldig wassen heeft een negatieve invloed op de gezondheid van de vacht.
Gebruik
De Podengo Português is levendig, opmerkzaam en betrouwbaar. Door hun alerte aard zijn het goede waakhonden waar je zeker kan op vertrouwen. Binnen het gezin passen ze zich goed aan en kunnen goed omgaan met oudere kinderen en andere dieren. Hoewel ze sympathiek zijn, zijn het uitstekende waakhonden die hun familie waarschuwen door te blaffen.
Deze levendige, actieve, intelligente en bescheiden honden zijn goed op te voeden tot een sportieve en uitstekende huishond. Laat dit Portugees hondenras van jongs af aan kennis maken met zoveel mogelijk mensen en honden zodat ze zich ontwikkelen tot zelfverzekerde en gehoorzame honden. Laat ze samen met kinderen opgroeien. De Podengo Português vereist een basis gehoorzaamheidstraining die op jonge leeftijd moet beginnen.
Deze honden zijn verstandige en goede leerlingen die consequent, maar met een zachte hand moet opgevoed worden. Wanneer het commando ‘hier’ eenmaal is aangeleerd kunnen ze onaangelijnd vrij gelaten worden, maar zullen indien ze afdwalen hun eigenaar in de gaten houden en u volgen. De opleiding op het gebied van behendigheid mag nooit vóór de leeftijd van zes maanden starten om hun groeiende botten te beschermen.
Gezondheid
Dit hondenras is vrij gezond, maar zijn gevoelig voor volgende ziekten zoals heupdysplasie en patella luxatie. Laat je hond minstens elke jaar onderzoeken door een dierenarts.
Bronnen: hondenrasssenwijzer.nl & nieuwehond.nl
De Ciobanesc Romanesc Carpatin oftewel de Karpatische herdershond is een hondenras dat afkomstig is uit Roemenië waar hij gebruikt wordt voor het bewaken
en beschermen van de schaapkuddes tegen dieren zoals wolven, beren, wilde honden en andere gevaren. Hij wordt gebruikt als herdershond en als waakhond. De Carpatin werd geselecteerd uit een ras dat in de Karpaten en het Donaugebied voorkwam. Het ras wordt al eeuwen gebruikt door de Roemeense herders. Hij verdedigt de kudde, maar is ook een uitstekende waakhond. Een volwassen reu is ongeveer 69 centimeter hoog, een volwassen teef ongeveer 63 centimeter.
Het is een redelijk grote hond, behendig, nooit zwaar met het uiterlijk van een woeste hond. Hij heeft een vierkant gebouwd lichaam.
De vacht is stug, dicht en recht. De ondervacht is dicht en zacht. Op het hoofd en op de voorkant van de benen is het haar kort. Op de rest van het lichaam is de vacht middelmatig lang. De vacht rond de nek, achterkant van de benen en de staart is juist weer langer.
De schofthoogte van de Ciobanesc Romanesc Carpatin ligt tussen de 60 cm en 75 cm. Het gewicht moet in verhouding zijn tot de hoogte.
Van nature is deze hond waaks en moedig. Hij onderscheidt zich door zijn onvoorwaardelijke gehechtheid aan de kudde en zijn baas. Het is een gedistingeerde, rustige en stabiele hond.
De Karpatische herdershond heeft een rijk verleden. Het ras heeft zich ontwikkeld tot uitstekende beschermers van de schaapskuddes, die door de bergen van de Roemeense Karpaten trekken. In de afgelegen en wilde natuurgebieden is een gevarieerd en rijk aanbod aan vegetatie te krijgen. De wilde herbivoren en de gedomesticeerde kuddes kunnen hier alle grazen op de weelderige, groene bergweiden, zonder elkaar te beconcurreren. Er is echter één nadeel aan het leven in deze rijke gebieden; er leven roofdieren. Bruine beren, wolven en lynxen om precies te zijn.
De Karpatische herdershond is uitstekend aangepast aan het klimaat en heeft uitmuntende capaciteiten om tegen roofdieren te strijden. De combinatie van wolfachtig roedelgedrag, sterke en atletische lichaamsbouw, beweging en hun oeroude werkgeschiedenis en ontwikkeling maakt ze uitstekende en efficiënte kuddebewakers.
De eerste rasstandaard kwam er in 1934 en werd in 2001 aangepast door de Roemeense kynologische club. Door de FCI werd dit ras in 2005 voorlopig erkend. Op 6 september 2015 heeft het ras zijn definitieve erkenning van de FCI gekregen. Dit ras is vermoedelijk verwant aan de Sarplaninac en vertoont gelijkaardige uiterlijke kenmerken en karaktereigenschappen. De honden hebben een goede socialisatie nodig gezien hun aangeboren wantrouwen naar vreemden. Als ze goed gesocialiseerd worden met mensen, honden en andere dieren zijn het zeer aanhankelijke, maar toch zelfstandige en gezonde honden.
De Carpatin heeft veel beweging en aandacht nodig. Is niet geschikt op appartement.
Verschijning
Algemeen: grote hond, maar slank en beweeglijk, krachtig maar niet zwaar. Rechthoekig lichaam, diepe en brede borst, lange en licht schuine schouder. Breed en licht hellend kruis. Buiklijn iets opgetrokken. Sterke, gespierde nek. Reuen zijn duidelijk groter en forser dan teefjes.
Hoofd: De honden zijn van het Lipoïde type (wolfachtig uiterlijk), dit in tegenstelling tot bv. de Kaukasische Herder, die van het Molosser type is, maar waar hij soms mee wordt verward.
Amandelvormige, donker gekleurde ogen. Oren niet te groot, met afgeronde top, iets boven de ooglijn ingeplant, hangend gedragen dicht tegen de kaak. Krachtig schaargebit. Matige stop.
Kleur: lichte fawn gemengd met wildkleur (wolfsgrijs), meestal donkerder op de bovenzijde van het lichaam en wat bleker op de zijkanten van het lichaam. Witte aftekeningen komen voor op borst, hoofd en voeten, maar zijn bij voorkeur niet overheersend.
Staart: tamelijk hoog ingeplant, overvloedig behaard, zeer uitgesproken vlag. In rust wordt de staart laag gedragen, recht of licht gebogen
Vacht: Ruwe, dichte en rechte vacht. Dichte en zachte ondervacht. De vacht is uiterst weerbestendig. Op het hoofd en voorzijde van de benen korte beharing, op de rest van het lichaam middellang overvloedig haar. Langere haren op de achterzijde van de benen, de nek en de staart (met zeer duidelijke broek en vlag).
Schofthoogte: reu 65 – 73 cm, teef 59 – 67 cm
Bron: vhbinfo.com
Voorkomen van de Roemeense Mioritic Herdershond
Een grote hond maar nooit zwaar, wel krachtig en spectaculair. De vacht is lang en goed behaard op het hoofd, het hele lichaam en de ledematen. Mannetjes zijn langer en sterker dan vrouwtjes die duidelijk geslachtsdimorfisme vertonen. (geslachtsdimorfie is het verschil in uiterlijk tussen mannetjes en vrouwtjes bij dezelfde diersoort. Het betreft hier niet de geslachtsorganen zelf, maar andere morfologische verschillen in lichaamsvorm, lichaamsgrootte of lichaamskleur.)
Lichaam
Het lichaam van de Mioritic Shepherd Dog is langer dan de schofthoogte (ideale verhouding is 11:10). De diepte van de borst moet ongeveer de helft zijn van de schofthoogte. De snuit is iets korter dan de schedel.
Vacht
De vacht is overvloedig op het hoofd en het lichaam, harde textuur, recht en minimaal 10 cm lang. De ondervacht is dichter en soepeler en lichter van kleur. Op de ledematen is de vacht korter. De staart is goed behaard.
Kleur:
Gevlekt: De grondkleur moet wit zijn met goed gedefinieerde zwarte of grijze aftekeningen.
Effen kleuren: effen wit of effen grijs. De uiteinden van de oren moeten gepigmenteerd zijn in donkergrijs of zwart (oorbellen).
Gedrag
De Mioritic Shepherd Dog is een rustige en stabiele hond. Een goede herdershond, zeer moedige en een efficiënte vechter tegen mogelijke dieren zoals de beer, wolf of lynx. Ze zijn op hun hoede voor vreemden. De belangrijkste taak van de herdershond is het op indrukwekkende wijze alle mogelijke onruststokers afschrikken. Daar hoeft deze hond niet voor te worden opgeleid, hij weet het gewoon.
Karakter van de Roemeense Mioritic Herdershond
Het karakter van de Roemeense Mioritic Herdershonden wordt gekenmerkt door een sterke onafhankelijkheid en veel zelfvertrouwen. Ze zijn extreem territoriaal bewust en zijn echte waakhonden. Hun territorium eindigt niet bij de eigendomspoort! Ze blijven alert en zullen alles bewaken in de nabijheid van hun eigenaar. Alles wordt bewaakt dat te zien is vanaf de wachtpost die meestal op een verhoogde berm wordt gekozen. Het zijn absoluut gewoontedieren die onmiddellijk reageren op abnormale situaties … eerst aandacht, dan luid blaffen en indien nodig aanvallen of verdedigen.
Kortom, het zijn echte werkers die houden van hun werk, hun roedel en alle leden van het gezin.
Sociaal
Het zijn hele sociale honden en gaan prima om met soortgenoten en andere huisdieren. Kinderen nemen ze in bescherming. Bekenden worden vriendelijk begroet. Tegenover vreemden stelt hij zich waakzaam en verdedigend op.
Opvoeding
Het zijn de beste leerlingen uit de klas. Ze leren snel en graag. Let erop dat deze honden erg gevoelig zijn en letten op de intonatie van uw stem. Wees altijd consequent bij de opvoeding van de Roemeense Mioritic Herdershond. Vanaf de vroege jeugd moet men de hond leren om geen gebruik te maken van zijn bedreigende gedragingen (zelfvertoon, blaffen enz..). Het is van belang de pup van jongs af aan goed op te voeden, zodat hij opgroeit tot een stabiele hond.
Gezondheid
Over de gezondheid is er weinig medische informatie voor handen omdat de Roemeense Mioritic Herdershond nog maar onlangs is gered van het platteland. We weten dat net zoals bij andere grote hondenrassen een maagkanteling altijd kan voorkomen. Ook is heupdysplasie een aandachtspunt. Van die honden die een normaal gezond leven leiden, is bekend dat ze tot 14 jaar oud worden. Heupen, ellebogen, oog en gebitscontroles worden aanbevolen.
Vachtverzorging Roemeense Mioritic Herdershond
De vachtverzorging valt heel goed mee. Naast de dagelijkse controle van ogen, oren en tanden, ondergaan de honden ook eens per week een grondige verzorging. De pups zijn al vroeg gewend aan de trimprocedures als onderdeel van de dagelijkse training, aangezien het trimmen dient om de hiërarchie vast te stellen: de hond die het trimmen toelaat, accepteert de dominantie van degene die het trimmen doet.
De vacht van deze honden is erg onderhoudsarm, ze moeten niet in bad en in geval dat ze nat of smerig worden, kan het vuil en de modder er gewoon afgeveegd worden nadat de vacht terug droog is. Stop een Roemeense Mioritic Herdershond niet te vaak in bad, anders verliest hij zijn natuurlijke beschermlaag.
Bron: nieuwehond.nl
Herkomst
De Galgo Español dankt zijn naam aan de Gallische stammen die ooit het Iberisch schiereiland bevolkten. Het is een oud renhondenras dat al eeuwen raszuiver is gefokt. Men gebruikte deze windhond op boerenbedrijven in Castilië en Andalusië als jager op kleinwild en als bewaker. Bij de rennen in Spanje is hij favoriet.
Algemeen voorkomen
Hij lijkt op een Greyhound, maar heeft een smaller hoofd en een minder gewelfde rug. Het lichaam is lenig en uitgebalanceerd, en hij heeft een zeer lange, min of meer sabelvormige staart die laag wordt gedragen.
Schofthoogte
reuen 65 – 70 cm; teven iets kleiner
Gewicht
30 kg
Vacht
De beharing is kort, dicht, goed aanliggend en glanzend. De Galgo Español komt voor in de kleuren zandkleurig, rood, geel, bruin met zwart masker, wit en zwart. Vaak zijn ze gestroomd.
Gezondheid
Er zijn geen rasspecifieke gezondheidsproblemen bekend.
Aard
Temperamentvol met een groot uithoudingsvermogen, intelligent, nieuwsgierig, aanhankelijk, geduldig met kinderen, trouw. Hij beschermt zijn gezin als dat nodig is. De Galgo Español is een nog zeer oorspronkelijke hond met een sterk jachtinstinct. Hij jaagt op alles wat beweegt, dus ook op katten.
Over de Galgo Español
De Galgo Español ~ een hond die er fragiel uitziet, maar een enorme wilskracht en snelheid bezit. Hij komt voor in twee verschillende type, elegant met gladhaar en rustiek met ruwhaar. Beide typen karakteriseren zich door hun robuustheid, wendbaarheid en energie, tezamen met een aangenaam karakter. Eigenlijk is het moeilijk te begrijpen waarom dit ras zo zeldzaam is tussen de windhonden. In Spanje, het land van oorsprong, is de Galgo Español al sinds jaar en dag een zeer gewaardeerde jacht- en familie hond.
Geschiedenis
Maar een paar mensen weten dat Spanje op een lange windhonden traditie kan terug kijken. Sommige toeristen zullen zeker al eens de originele windhond in Spanje gezien hebben. Zo treft men hen bijvoorbeeld aan in de dorpen aan de zijde van zijn baas, klaar voor de hazenjacht over ruig terrein. Ze hebben een elegante aanblik met hun lang gestrekte lichaam, lange hals en smal hoofd.
Hun verschijningsvorm, welke niet door fokkers is gecreëerd voor een bepaalde schoonheid, komt voort uit de natuurlijke eisen van de Hazenjacht.
Een groot gedeelte van Spanje bestaat uit steppen, waar alleen de restanten van de oorspronkelijke bossen nog zichtbaar zijn.
Om op een haas in het open veld te jagen, heeft men een hond nodig die zeer snel is en met een groot uithoudingsvermogen. Hij moet extreem wendbaar zijn, om een haas die plotseling van richting verandert te kunnen volgen.
Op het droge onvlakke terrein van de Spaanse hoogvlakte, bezaaid met stenen, is een enorme kracht nodig om de jacht op de haas zonder blessures te kunnen voltooien. Het klimaat, de topografie en de jachteisen hebben het uiterlijk en de kwaliteiten van de Galgo Español duidelijk beïnvloed.
Als je zoekt naar de oorsprong van de Galgo Español, dan moet je ver terug gaan in de geschiedenis. Verschillende eeuwen voor Christus jaagden de Kelten al met een windhond van gemiddelde grootte. Deze honden volgde het wild niet alleen met hun neus, maar ook met hun scherpe ogen en ze waren snel genoeg om hun prooi met rennen te vangen. Als waardevolle jachthulpen begeleidden zij de Kelten tijdens hun migraties en zo werden zij verspreid over bijna heel europa. Zij kwamen aan op het Iberische schiereiland, toen de Kelten in het jaar 600 voor Chr. De Pyreneeën over staken. Eeuwen later heerste de Romeinen over grote delen van europa en zetten de traditie van de jacht met Keltische windhonden voort. De reputatie van deze honden spiegelt zich af in de vele schilderijen en teksten uit deze tijd. In de voormalige provincie Hispania, werd dit windhondenras Canis Gallicus genoemd, en men neemt aan, dat hier uit in de loop der jaren het woord Galgo is ontstaan, welke tegenwoordig in het Spaans het algemene woord voor windhond is.
De Galgo Español, oftewel Spaanse windhond, is, zoals andere Europese windhonden rassen, een afstamming van de Keltische windhond. Maar, het ras is over de eeuwen heen waarschijnlijk beïnvloed door andere rassen zoals bijvoorbeeld de Podenco Ibicenco of de Sloughi, welke door de Moorse overheersers, in de 8-15 eeuw na Chr., meegebracht werden naar de zuidelijke regionen.
De Galgo Español is zeer verwant met de Spaanse traditie en was gedurende eeuwen een compagnon van de Spaanse adel. Zo wordt er bijvoorbeeld over de Spaanse nationaal held El Cid geschreven, dat hij met deze honden ging jagen. In Spanje was jagen met windhonden niet alleen een privilege voor de rijkere mensen zoals in vele andere Europese landen.
Vandaag de dag wordt er nog altijd gejaagd door de plaatselijke bevolking. Oorspronkelijk was de hazenjacht alleen voor het verkrijgen van voedsel, maar later werd dit een georganiseerde sport, de zogenaamde “CARRERAS EN CAMPO”.
In deze competitie wordt de moed, kracht en jachttechniek van deze honden beoordeeld. De traditie en de regels van zo een competitie kunnen worden teruggeleid naar de tijd van het Romeinse Imperium. Heden ten dage zijn vele Galgo Español bezitters lid van kleine renverenigingen die regelmatig coursingen organiseren.
Het doel is om bij de beste van het land te horen om in de finale van de Spaanse coursing kampioenschap “Copa de Su Majestad el Rey” te verschijnen.
Ondanks zijn populariteit, dreigde de raszuivere Galgo Español aan het begin van onze eeuw uit te sterven.
In de jaren ´30 zijn vele Spanjaarden overgestapt van de traditionele rennen “carreras en campo” naar het professionele baanrennen, volgens het engelse idee.
Hier ging het niet om roem en eer maar om het geld. In de eerste races werden Galgos en greyhounds samen gestart, maar de Galgo Español is op een vlakke renbaan niet zo snel als de greyhound. Omdat greyhound gevoeliger is voor blessures, kruisten de Spanjaarden al snel geïmporteerde greyhounds met hun Galgos Españoles. Dit om honden met snelheid en robuustheid te krijgen.
De voor de renbaan gefokte kruisingen, Galgo Ingles-Español genoemd, lijken in zijn verschijning en karakter meer op de greyhound. Het type van de Galgo Español verdween hier door meer en meer. In de binnenlanden van Spanje, waar de honden nog gefokt werden voor de hazenjacht of “carreras en campo” en geen kruisingen met greyhounds werden/worden gedaan, zijn er daar nog vele mooie en hoogtypische Galgos Españoles bewaard gebleven.
Jammer genoeg zijn nog vele eigenaren niet geïnteresseerd om hun puppen in het stamboek op te laten nemen. Maar steeds meer ambitieuze fokkers in Spanje hechten waarde aan het fokken van honden met Stamboom en registratie.
Daarnaast moet jammer genoeg ook gemeld worden, dat er ook nog een groot aantal zogenaamde “Galgo-liefhebbers” in Spanje zijn, die deze naam absoluut niet verdienen.
Want er worden nog steeds vele Galgos Españoles aan het einde van het jachtseizoen op verschrikkelijke wijzen om het leven gebracht.
Het verschil tussen een Galgo Español en een Greyhound
Heel laat, rond 1972, is de Galgo Español door de FCI ( Federation Cynologique Internationale) erkend als een op zichzelfstaand ras. De eerste standaard werd gemaakt en is na 10 jaar bijgewerkt en geactualiseerd.
Deze gedetailleerde STANDAARD was nodig om het verschil aan te brengen tussen de Galgo en de Grey vanwege de eerder genoemde kruisingen.
In sommige gevallen is het moeilijk om een Galgo van een Grey te onderscheiden.
De greyhound is een sprinter voor korte afstanden, de Galgo daarin tegen moet in staat zijn langdurig te kunnen galopperen. Deze verschillende eisen vormde hun types. De Galgo is smaller dan de greyhound, een Galgo-reu meet maar 62-70 cm en de teef 60-68 cm. De lendenpartij moet van de zijkant gezien hoger liggen dan de schouders.
In tegenstelling tot de grey, heeft de Galgo geen dikke ronde spiermassa´s op de achterhand en rug, maar een vlakkere bespiering die karakteriserend is voor een lange afstandloper. Zijn borstkas is niet zo diep als die van een greyhound en mag niet tot aan de ellebogen reiken.
Het hoofd van de Galgo is zeer lang en fijn met een smallere schedel en relatief grote roze oren. De staart van de Galgo is erg lang met aan het einde een naar de zijkant staande haak.
Er zijn twee type Galgos, de gladhaar en de ruwhaar, waarbij de ruwhaar een vachtlengte van 10 cm kan bereiken. Daar de twee types door elkaar gefokt mogen worden kan de vacht variëren van kort- tot lang- en ruwhaar. Verder staat er in de standaard dat alle kleuren zijn toegestaan; van gestroomd, zwart, donker en lichte beige tinten, kaneel, geel, rood, wit tot gevlekt, waarbij dit laatste niet erg gewild is omdat daar men aanneemt dit van de greyhound afkomt.
Witte aftekeningen op de snuit, staartpunt en de poten, wat bij veel honden voorkomt, wordt graag gezien.
Karakter
De Galgo Español vertoont typische karaktertrekken van een windhond. Thuis, is de Galgo rustig, niet opdringerig en blaft maar zelden. Hij bewaart zijn energie en Spaanse vurigheid voor buiten. De Galgo kan zonder problemen in de stad wonen, als hij maar genoeg bewegingsmogelijkheden krijgt. Rennend door het open veld laat hij iedereen zijn vurige temperament zien. De Galgo is erg aanhankelijk naar zijn baas en/of familie, bij vreemden is hij vaak terughoudend en voorzichtig, maar absoluut niet agressief.
De Galgo beslist zelf wie hem mag aaien en wie niet. Omdat de Galgo van nature voorzichtig en terughoudend is, is het van het grootste belang dat de puppen al van kleinsafaan met allerlei situaties in aanraking komen. Dit om te voorkomen dat hun voorzichtigheid kan veranderen in angst.
Galgos kunnen prima overweg met andere honden, zij gaan liever de confrontatie uit de weg. Door hun rust en zachtheid gaan Galgos prima met kinderen samen.
Opvoeding
De Galgo Español luistert over het algemeen zeer goed en is makkelijk op te voeden. Hij reageert erg gevoelig op een grove- en harde aanpak. De opvoeding mag nooit met druk of straf gepaard gaan, maar met een aai en een koekje.
Met een zachte en inlevingsvolle training is de Galgo Español een goede volgzame hond. Ondanks dit alles mag je nooit vergeten dat een windhond in korte tijd een lange afstand kan afleggen, zorg daarom als de hond van de lijn gaat dat het veilig is, zonder gevaar van wegen etc.
Tot slot denk er aan, een Galgo is gefokt voor de jacht en dit instinct zit nog altijd in hem.
Voordat je een Galgo koopt, bedenk goed dat windhonden van rennen houden.
Een urenlange wandeling is niet nodig in plaats daarvan geeft de Galgo de voorkeur aan een stuk kort en intensief rennen in volle galop om daarna weer lekker Siësta te houden.
Een Galgo is een ideale partner voor actieve mensen, ze gaan graag mee joggen, fietsen of wandelen.
Kortom een geweldig ras dat veel meer aandacht verdient.
bron NVOW
Mede ook omdat het hier gaat om een in Nederland (en de rest van de wereld) nog volkomen onbekend NIEUW HONDENRAS!!!
Dat vooral NIET te verwarren is met de in Nederland vaak zo’n slechte naam hebbende Jack-Russel. Daar heeft dit hondje namelijk helemaal NIETS mee te maken!!!
Het gaat hier om een heel sterk, en vooral ook gezond, nog volkomen oorspronkelijk nieuw hondje, een echte (werk)hond, die heel veraf staat van de overbekende Jack Russel. Men noemt de bodegueros op de adoptie paginas ten onrechte, bijna altijd “jack-russel mix”. Vandaar dat ik dit misverstand uit de wereld wilde helpen, en hoop u zo te interesseren voor dit fantastische, mooie, leuke, lieve, sterke, zeer intelligente en vooral zeer trouwe hondje, dat het zo zeer verdiend in uw harten gesloten te worden!
Een stukje geschiedenis
De verschillende namen:
Ratonero (rattevanger)
Bodeguero Andaluz (bodeguero komt van bodega,wijnkelder, daar worden ze gebruikt om de wijnvaten vrij van ratten en ander gespuis te houden)
Perillo Ratero (rattenhondje)
De bodeguero is onstaan ongeveer aan het einde van de 18de eeuw,met de komst van de engelse wijnhandelaren in de provincie Cadiz.(zuid spanje) De Engelsen hadden vooral gladharige fox terriers bij zich ,die ze lieten kruisen met de al aanwezige plaatselijke hondjes, die gebruikt werden als rattenvanger in de bodegas. Deze kruisingen leverden al snel een grote homogeniteit op en uitstekende rattenvangers. Vanaf dat moment is men ze dan ook op kleur gaan selecteren, dat werd dus wit. Vooral ook omdat je ze dan goed kon zien in de donkere gewelven van de in die dagen nog onverlichte wijnkelders!
Vanaf oktober 1993 zijn de eerste officiële statuten van de fokverenigingen aan het ministerie van binnenlandse zaken voorgelegd en wordt de Club National de Pero Ratonero Andaluz opgericht. Deze presenteren de hond ook in de rest van Spanje.In 2000 wordt het ras officieel erkend door het ministerie van landbouw en la Real Sociedad Canina de España.Tot nu toe wordt het ras nog niet erkend door het FCI ,noch internationaal, als zijnde nieuw ras.
De bodeguero als huisgenoot
De bodeguero heeft veel energie, beter gezegd levenslust, en staat dan ook altijd klaar om te gAAAAAn, jaaaaaaaah! Het is tenslotte een werkhondje! Gemaakt om alert, beweeglijk, oplettend, en supersnel te zijn. Het is geen zenuwlijder,( al zal er heus ook wel eens eentje bij zitten!) hij wil er gewoon op uit! Het is een echt sportief hondje! Het is dus vooral geen hondje voor luie mensen, want er moet iedere dag flink mee gelopen, gespeeld en gerausd worden! Anders wordt hij niet gelukkig. Hij wil niets liever dan met u de hele wereld verkennen, gun hem dan ook deze kans, al kan het best zijn dat hij in het begin nog overal aan moet wennen, en u krijgt het blijste hondje van de hele wereld! Eenmaal gewend vind hij alles fantastisch! En ja, ook de bodeguero glimlacht! Let wel op: het is en blijft een jager, al worden ze vaak in het asiel achter gelaten omdat ze dit niet goed doen, het instinct zit erin. Laat hem dan in het begin als u hem nog niet zo goed kent, alleen los op veilige stukken, waar u hem goed kan zien. Beter op het strand dan in het bos, bv! Gewoon blijven wachten, hij komt terug! De bodeguero is een zeer intelligent en sterk hondje, en ook een heel lief en aanhankelijk hondje. Hij heeft een mooi stevig, lekker compact gespierd lijfje, op mooie hoge elegante pootjes, en een lekker glad velletje. En dan zijn prachtige bat-man koppie! Het is een echt knuffelbeertje!
Net als de podenco en de galgo is de bodeguero nog een heel oorspronkelijk hondje,dat weinig (leuk) kontakt met de mens heeft gehad. Ook het leven in huis kennen ze nauwelijks.al bevalt ze dat al snel!
Veel geduld en liefde is dan ook van belang om hem op zijn gemak te stellen en te laten wennen aan alles. Het zijn in feite nog echte honden, laat ze dat dan dan vooral ook kunnen zijn en u hebt er een heerlijke lekkere gekke ,superlieve en trouwe vriend voor het leven aan!
Bent u nu een van diegenen die al deze tijd terwijl u de adoptiehondjes bekeek gedacht heeft, aaaah wat een lieverdje, das wel iets voor mij, maar heeft u het vanwege de “jack-russel-mix” niet aangedurfd: dan zou ik zeggen: SLA UW SLAG!
Hebt u de pech een luie bodeguero te pakken te hebben, neem hem of haar gewoon lekker mee in de rugzak!
Als u dan eindelijk voor hem of haar gezwicht bent, bedenk dan: met twee wordt het pas echt leuk!!
En mocht hij al een keer helemaal supertrots met een muis of rat aan komen zetten, schrik dan niet, en wordt vooral niet kwaad, maar bedank hem vriendelijk voor zijn cadeau. Het is juist zijn of haar manier om u eens fijn te bedanken en eens lekker extra in de bloemetjes te zetten!
Veel plezier toegewenst!
Herkomst
Jachthond van het type dat al in de antieke wereld voorkwam (ongeveer 3000 vóór Christus), dus ingezet voor de jacht zonder geweer. Afkomstig van de Balearen, maar ook bekend in Noord-Spanje en Zuid-Frankrijk. Werkt zelfstandig of in een meute op konijn, haas en groter wild.
Algemeen voorkomen
Klassieke, vrij grote windhond, gebruikt vooral neus en oren bij het werk. Robuust en sterk, aangepast aan ruig terrein; zeer behendig en snel, kan formidabele sprongen maken.
Schofthoogte
reuen 66-72 cm, teven 60-67 cm
Gewicht
ongeveer 30 kg
Vacht
Stevige, glanzende, korte vacht, of een langere (ongeveer 5 cm) met hard en dicht ingeplant haar en zo mogelijk een baard. Bij voorkeur witrood, geheel wit of geheel rood. Ook wel (maar niet in de korthaarvariëteit) reekleur.
Gebruik
Jachthond die zelf het wild vangt en kan apporteren. Zelfstandig werkend of in meutes, die uit teven bestaan met slechts een enkele reu; de reuen van dit ras zijn nogal dominant en verdragen elkaar meestal niet.
Gezondheid
Geen gezondheidsproblemen bekend. Kan oud worden, wat opvallend is voor zo’n grote hond.
Aard
Zelfstandig, onverschrokken, afstandelijk, met een niet te temmen, want aangeboren jachtpassie.
Bijzonderheden
Normaal vachtonderhoud: eens per week een borstelbeurt.
Over de Podenco Ibicenco
Land van oorsprong
De Podenco is een oud en oorspronkelijk ras dat al eeuwenlang voorkomt op de Balearen: de eilanden Mallorca, Menorca, Ibiza en Formentera.
Geschiedenis
Op afbeeldingen bij het graf van Toetanchamon (Farao van 1358 – 1350 v. Chr.) vinden we al afbeeldingen van een hond met ranke ledematen, een opgetrokken buik en grote staande oren: de Tesem.
Deze Tesem zou van Noord Afrikaanse Windhonden afstammen.
Doordat deze honden werden meegenomen op handelsreizen, raakten ze verspreid in het Middellandse Zee-gebied.
Door de geïsoleerde ligging van de diverse eilanden ontstonden er uit deze Tesem meerdere “staande oren”-rassen; op het eiland Malta ontstond de Pharao hond, op Sicilië de Cirneco dell´Etna en op Ibiza de Podenco Ibicenco.
In Egypte zelf werd de Tesem verdrongen door de snellere Aziatische Windhonden.
De honden werden op de eilanden vooral gebruikt voor de jacht op het konijn. Door de goede jachtkwaliteiten en de geïsoleerde ligging is het Podenco Ibicenco ras nog zeer oorspronkelijk, er is weinig tot geen vermenging geweest met andere rassen.
Karakter
De Podenco Ibicenco is een half-windhond.
Dit betekent dat hij niet alleen zijn ogen gebruikt tijdens de jacht (zoals de “echte” windhonden dat doen), maar ook zijn neus en grote oren.
Het ras is gespecialiseerd op konijnen en hazen.
Tijdens de jacht kan de Podenco hoge sprongen maken.
De Podenco kan rechtstandig, zonder aanloop, 2 meter hoog springen (denk aan de tuinafscheiding)!
De Podenco galoppeert niet echt, hij neemt eerder enorme sprongen. De honden jagen in kleinere meutes van 1 reu met meerdere teven of in paren. Meerdere reuen bij elkaar verdragen elkaar over het algemeen niet.
Tijdens de jacht blaffen de honden alleen als ze een konijn zien of horen en als ze het hebben ingesloten. De honden werken geheel zelfstandig, opsporen, vangen, doden en tot slot aporteren.
Deze manier van jagen vereist een zeer intelligente hond, wat een Podenco dan ook is. Echter: ook een zelfstandige hond, die niet al te best zal luisteren omdat hij het zelf allemaal wel weet.
Ook is de Podenco zeer attent: er ontgaat hem zelden iets. Als waakhond is hij daarom ook goed te gebruiken in de zin dat hij aanslaat bij onraad.
De hond is echter niet “scherp”, eerder terughoudend tegenover vreemden.
De Podenco Ibicenco is intelligent, zeer levendig en temperamentvol.
Hij is in huis goed te houden, als hij zijn energie maar buiten kwijt kan.
Voor de eigen mensen is de Podenco zeer aanhankelijk. Wel moet hij zeer consequent worden opgevoed; met name de reuen zijn nogal dominant en zullen hun plaats in de roedel willen bepalen.
Het luisteren is een probleem; het blijven windhonden: als ze iets zien gaan ze er achteraan.
De hond komt wel weer bij je, alleen kan dit even duren. In ons overvolle landje heb je al gauw risico’s van wegen en verkeer.
De Podenco valt in Nederland officieel onder de zgn. “lange honden”.
Volgens de Jachtwet is het verboden deze honden los te laten lopen (ongeacht waar) omdat ze (kunnen) gaan stropen.
Het los laten lopen kan dus het best gebeuren op het strand, een zandvlakte in een groot bos, een zandafgraving of iets dergelijks.
Uiterlijk
De Podenco is een vrij grote hond; de reuen hebben een schofthoogte van maximaal 70 cm.
Het meest opvallend zijn de grote staande oren. De ogen zijn baarnsteenkleurig en ok de neus is licht van kleur.
Er bestaan drie haarvariëteiten: kort-, ruw- en langhaar. De kleur is rood met wit, ook effen rood en effen wit komt voor. Omdat de jager de bewegingen van de onden in de dichte struiken duidelijk moet kunnen volgen is het zeer gewenst dat de honden in aktie de staart hoog dragen (niet in een krul over de rug) met het eind (met daaraan bij voorkeur een witte punt) voortdurend in beweging.
Verzorging
De Podenco is een schone hond. De vacht vraagt weinig onderhoud; één maal per week een rubberen handschoen en/of kam (afhankelijk van de vacht) is meestal voldoende.
De oren moeten regelmatig gecontroleerd worden, omdat daarin nog wel eens zand etc. zit.
Erfelijke gebreken zijn in dit ras niet bekend.
Honden van 15 jaar zijn geen uitzondering. Het zijn over het algemeen goede eters, waarbij men erop moet letten dat ze niet te dik mogen worden.
Activiteiten
Als extra mogelijkheid tot plezier en ontspanning voor de hond en baas zijn er de windhondenrennen en -coursings.
Op de windhondenrenbaan lopen de honden in een ovaal rondje achter het haas (een stukje schapenvacht of plastic) aan over een afstand van ongeveer 480 meter.
Op een coursing moet de hond het haas volgen terwijl het zig-zag over de grond wordt voortbewogen, over afstanden van 600 tot soms wel 1200 meter.
Dit lijkt veel meer op de bewegingen van een echt konijn/haas en verlangt van de honden niet alleen snelheid maar ook wendbaarheid en inzicht.
De meeste Podenco’s zijn dol op deze sport. De NVOW organiseert zelf ook dagen waarop dit soort renwedstrijden worden gehouden.
De Podenco is zeker geen hond voor iedereen, maar als het klikt heb je een vrolijke, speelse, levenslustige, aparte kameraad.